Te koop bij De Kunstuitleen

draagbare meesterwerken

Nieuw in de collectie

werken van Piet Lont

Lijstenmakerij Mellema

Op zolder bij de Kunstuitleen

Workshop voor groep 1,2 en 3

Basisscholen maken kennis met de Kunstuitleen

Toffe peren!

ontwerp: Annettte Behrens en Carina Hesper

In onze winkel

Studio Roof

Schaaltjes

Ronald Boonacker

lijstenmakerij mellema

op zolder bij de Kunstuitleen

Uitgelicht in Den Helder

21 maart 2024

23 kunstenaars op zichzelf in een groep, door Alex de Vries

De Kunstuitleen Den Helder organiseert in samenwerking met Kunsthal 45 aan de Spoorstraat 128 (voormalige DEKA markt) de tentoonstelling ‘Uitgelicht/De Kunstuitleen XL’ van zondag 17 maart tot zondag 5 mei 2024. Alex de Vries opende de tentoonstelling met deze tekst.

Het is altijd weer een ding, een groepstentoonstelling. Wat zijn de voorwaarden waaronder de kunstenaars bij elkaar zijn gebracht? Wat rechtvaardigt het presenteren van het ene kunstwerk naast het andere? Welke verbanden worden gelegd die al dan niet in het belang van iedere afzonderlijke kunstenaar zijn? De tentoonstelling ‘Uitgelicht’ van de Kunstuitleen en Kunsthal45 in Den Helder heeft een ondubbelzinnig uitgangspunt: het gaat om kunstenaars uit de collectie.
Dat er nog meer kunstenaars in die collectie zijn vertegenwoordigd, maakt het meteen weer ingewikkeld. Wie neem je in de selectie op en wie laat je erbuiten? De organisatie schrijft: ‘Uitgangspunt van deze expositie is een kunstwerk uit de Kunstuitleen collectie, aangevuld met kunstwerken van de kunstenaars.’ Het ligt voor de hand dat een aantal van de kunstenaars uit de regio Den Helder afkomstig is. In hoeverre dat een band schept, is de vraag. Er zijn ook kunstenaars bij die uit andere delen van het land komen. Er is figuratief werk, maar ook abstract; schilderijen en sculpturen, grafiek en fotografie. Als het erop aankomt zijn er altijd meer verschillen dan overeenkomsten en die laten zich niet tegen elkaar wegstrepen. De uitkomst is niet eenduidig. Wat we vooral zien is dat de deelnemers aan de tentoonstelling ‘vrije kunst’ maken, een typering die te verkiezen is boven ‘autonome kunst’. ‘Autonoom’ betekent dat de kunst op zichzelf staat en
alleen in zichzelf waar is en gerechtvaardigd wordt en uitsluitend kan worden beoordeeld op kwaliteiten die in het werk zelf aanwezig zijn. ‘Vrij’ houdt in dat het persoonlijk werk is dat uitdrukking geeft aan hoe de kunstenaar naar het leven kijkt en welke positie hij daarin inneemt ten opzichte van de kunstgeschiedenis, de wereld, het bestaan en zijn directe omgeving. De kunst en de kunstenaar zijn op zichzelf aangewezen, vrij om te zijn waar ze voor staan.

Andries Beeftink was als kunstenaar alleen met zichzelf en zijn verbeelding als hij werkte. Hij kon niet uitdrukken wat een ander zag, en alleen uiting geven aan wat hem zelf aanging. Teruggetrokken op zichzelf kon hij er in de liefde voor kunst ook voor iemand anders zijn.

Anita Mandemaker maakt in haar beelden wat complex is eenvoudig toegankelijk, meestal in olieverf en hout. Wat statisch oogt wordt in haar beeld dynamisch. Een beschilderd blokje hout kan zich zo voordoen als een staafje goud. Ze kijkt naar buiten om beter naar binnen te kijken.

Bij Anneke Peereboom krijgen dingen die niet bestaan in de kunst bestaansrecht als zelfstandig beeld. Het letterlijke wordt figuurlijk, waardoor in haar schilderijen de dingen werkelijker zijn dan de werkelijkheid. Ze raken verstrengeld in haar persoonlijke blik van ongrijpbare kleuren en patronen.

De sculpturen van Bert Neelen zijn bronzen takken die nog van hout waren toen hij ze buiten vond. Je kunt zijn beelden zien ontbotten zodat ze groter worden in de verbeelding. Je ziet de mogelijkheid dat ze bladeren en vruchten krijgen. Met wat makkelijk lijkt, maakt hij het zich moeilijk.

CWM Dolk schilderde fris van de lever waar zijn oog op viel. Met zijn kwast gaf hij overal een klap op. Zijn zeefdrukken waren meesterstukken die hij iedereen gunde. Hij sloot niemand uit in zijn kunst. Als kunstenaar was Kees Dolk een man van het volk.

Frits Smid en Elke van Rooy vertellen verhalen in klare lijnen, ook als daarmee de onschuld wordt vermoord. In hun werk is iets aan de hand waar niemand op rekent. Tijdens een busreis wordt plotseling iemand wagenziek. Heeft er iemand misschien een oude krant, want de toestand is kritiek. Of het nu Drs. P, Werner von Braun of Antoine de Saint-Exupéry is; ze hebben allemaal de hand in vertellingen die je niet alleen moet horen, maar ook moet zien.

Legenden over de zee, boten en schippers zijn bij Hans Blank beelden van alle tijden. Het waren mythen en sagen over Vikingen en Kelten die hij in bronzen sculpturen in Den Oever en Ierland verbeeldde. Uit vergankelijkheid, dood en verval, scheepswrakken en verdronken zeelui schiep hij een geheimzinnige, onheilspellende wereld.

Het maken van kunst is de essentie van zijn leven, van het bestaan. Harry Gerritz hoeft niet te wachten op wat hij maakt, het dient zich aan. Hij bedenkt het niet, het is altijd al uit zijn handen ontstaan. Het is de eenvoud die het maken ervan zo onvoorspelbaar maakt. Het is de kwestie van wat de kunstenaar verlangt van het kijken. Hij ziet wat nog niet is gezien.

In de schilderijen van Heddy-John Appeldoorn krijgen de gewoonste mensen een mythische gedaante. Ze krijgen een onbestemde kleur zoals iemand kan blozen of wit weg kan trekken. Het alledaagse leven krijgt een tijdloze gedaante in een dromerige, expressieve beeldtaal waarin de overdaad nooit schaadt.

Henriette van der Winden-Roggeveen brengt in haar werk een eerbetoon aan al het groen in de natuur. De uiteenlopende gedaanten en gradaties die deze kleur aan kan nemen, laat ze in allerlei atmosferen zien. Haar sculpturale installaties van bewegende groene stengels kunnen zich overal voordoen, bewegend op de wind en in allerlei nuances door het zonlicht dat erop valt. Hergebruik van materiaal geeft haar werk bovendien een duurzaam karakter. Waar anderen afstand van doen geeft zij een beeldend bestaan.

Om te schilderen moet Kees Vlietman naar buiten om te verdwijnen in de natuur. Hij is er bedreven in om materieloosheid om te zetten in verf. Hij komt in zijn werk tevoorschijn alsof hij ergens uit is verdreven. Hij is een kunstenaar die altijd weer zijn schilderij nog moet maken. Wat hij al heeft gevonden, komt hij niet nog een keer tegen.

In de schilderijen van Ko Aarts zien we veel façades van gebouwen in uitgesproken kleuren en vormen. Daarachter houdt zich iets nodeloos verborgen. Je kunt die gebouwen binnengaan en tegenkomen wat er huist. Je moet bij hem achter de dingen kijken. Er bestaan harde contrasten die hij onder ogen ziet. Er wordt altijd iets zichtbaar achter het uiterlijk vertoon.

Emotie is bij Krin Rinsema nooit een eenduidig gevoel, maar altijd een weergave van een gelaagd gemoed. Verdriet is niet enkel droefenis, en geluk niet alleen een zegen. In haar schilderijen en houtskooltekeningen heeft het kwetsbare de kracht om ons in de verbeelding ervan mee te voeren. Onverschilligheid is een keuze, door ontroering word je overvallen.

In de verbeelding kan het onbestaanbare geloofwaardig worden. Marjan Jaspers laat zien dat in haar voorstellingsvermogen een waarheid te vinden is waar zij zich rekenschap van geeft. In dieren, planten, bloemen ontdekt zij iets wezenlijks dat in haar werk een gedaanteverwisseling ondergaat en een eigen leven gaat leiden. Wat stil is krijgt een stem.

Je kunt de afwas doen of een schilderij maken. Je kunt een schilderij maken van de afwas. Monique Nieberg sluit niets als onderwerp uit. Ze heeft veel schilderijen gemaakt in contrasterende kleuren van opvallende vrouwen waar je niet omheen kunt. Zo kun je ook niet om haar schilderijen heen.

Wie ben ik, wat wil ik, wat doe ik? Het zijn vragen die textielkunstenaar Nora van Klingeren nadrukkelijk stelt. Haar werk is daar een antwoord op dat in de loop van de tijd steeds een andere gedaante krijgt. Ze combineert vilt en zijde om structuur en diepte aan haar kleden te geven. Wat zij ook maakt, ze heeft er persoonlijk de hand in.

In het werk van Peter Bes komen verschillende tijden en plaatsen samen in een filmische enscenering. Hij kiest voor een imaginaire wereld op ware grootte. Daardoor confronteert hij de kijker met een enkel beeld waarin hij opeenvolgende momenten in een compositie van licht en donker grafisch verbeeldt.

De marine is een genre in de schilderkunst dat met name in Nederland tot grote hoogte is gebracht. Zeegezichten, havens, de scheepvaart; het zijn onderwerpen die blijven inspireren. Peter de Rijcke die in Hoorn woont en werkt, geeft er een volkomen eigen interpretatie aan. Zijn zinderende kleuren en opvallende composities trekken het genre uit de vertrouwde traditie naar een eigentijdse beleving.

De mens is met zichzelf alleen, zeker als hij is aangewezen op de ruimte van lucht en water. Piet Lont laat in zijn werk een fascinatie zien voor de zee, de stad en de mens. Als kunstenaar kijkt hij waar hij is, naar de grond onder zijn voeten. Hij is opgenomen in een ruimte waarvan de horizon over hem heen valt. Hij reikt naar de einder.

Rob Verkerk is een kunstenaar die als Marc in het gedicht van Paul van Ostaijen ’s morgens de dingen groet: ‘Dag brood op de tafel.’ Bij Verkerk springen de dingen als zelfmoordenaars van de tafel af. Ze staan er nog maar net op. Ze bewegen naar de rand. Aan al zijn schilderijen is iets voorafgegaan waarvan de consequentie in het beeld nog even wordt uitgesteld.

‘Eerst was er Rembrandt, toen was er Typex,’ typeerde zanger Nick Cave ooit de reputatie van striptekenaar Raymond Koot. Hij is in de hoedanigheid van zijn nom de plume de correctievloeistof in het Nederlandse kunstbesef. Zijn feitelijke fictie geeft de kunstgeschiedenis de aura dat eens door Gerrit Komrij werd omschreven als ‘science fiction achteraf’.

Wie Wouter van Riessen heeft horen zingen, weet dat hij het meent wat hij te zeggen heeft. Met zijn donkere stem weet hij met zwaarmoedige lichtvoetigheid een onontkoombare sfeer op te roepen. Zijn schilderijen zijn daar een equivalent van. Het levenloze staat bij hem op uit de dood. Je kunt bij hem in de houten neus van Pinokkio knijpen. De waarheid is bij hem niet gelogen.

De flora en fauna van Yvonne Zomerdijk laat een wereld zien waar we eigenlijk met onze handen vanaf moeten blijven. Haar dieren en planten bewijzen in hun eenvoud dat we ernaar mogen kijken, maar aankomen niet. Blijf er met je vingers van af, behalve als je een haring eet.

De vrije kunst vraagt, anders dan de autonome, niet om ons oordeel, maar om onze ontvankelijkheid. Als je twijfelt aan de kwaliteit ervan, gun de vrije kunst dan in ieder geval het voordeel van de twijfel. Er zit meer in dan je denkt en er schuilt altijd iets achter wat je ziet.

Alex de Vries