Striptekeningen van Daniel van den Broek
28 november 2020Daniel van den Broek
Vanaf 28 november zijn de striptekeningen van Daniel van den Broek te zien bij de Kunstuitleen!
Tentoonstellingen die georganiseerd worden zijn normaal gesproken in samenwerking met restaurant Kunst en Kitchen, helaas is het restaurant gesloten i.v.m. de Corona maatregelen.
Omdat we de tentoonstelling van het werk van Daniel van den Broek graag de gepaste aandacht geven die het verdiend, zullen we wanneer de horeca weer geopend is, alsnog een vernissage organiseren samen met Restaurant Kunst en Kitchen. Ook bij Kunst en Kitchen kan het publiek dan de striptekeningen van Daniel van den Broek bekijken.
Daarover houden we u op de hoogte.
Striptekenaar Daniel van den Broek uit Julianadorp exposeert een selectie van zijn originele werk in Kunst & Kitchen en de Kunstuitleen in Den Helder. Daniel werkt al jaren voor Libelle als vaste tekenaar voor Studio Jan Kruis en maakt de strip ‘Jan, Jans en de Kinderen’. Daarnaast tekende hij voor het jongere publiek de strip ‘Dolfje Weerwolfje’ voor het gelijknamige maandblad. Zijn eigen zelfbedachte strips werden de afgelopen jaren in stripblad Eppo gepubliceerd o.a: ‘Uuterwaerdt’, ‘Turpin’ en ‘Viktor & Frenky’, waarvan er enkelen vertaald werden en uitgegeven voor de Franse en Duitse markt. Voor Uitgeverij De Bezige Bij werkte hij mee aan een nieuwe uitgave van ‘Tom Poes -De bovenbazen’, die werd voorgepubliceerd in het NRC. Voor 5 jaar lang tekende hij de Jan, Jans en de kinderen spin-off ‘De Rode Kater’, die dagelijks te lezen was in dagblad Sp!ts. Ook werkte hij samen met Vlaamse striptekenaar Charel Cambré aan de Suske & Wiske spin-off ‘Amoras’, wat een groot succes is geworden in Nederland en Vlaanderen. Momenteel werkt Daniel naast zijn vaste strips aan een aantal nieuwe jeugdstrips zoals ‘Captain Ecki’ voor het Duitse Titus Verlag. Bij Uitgeverij Zwijsen verschenen onlangs twee van zijn nieuwe stripboeken ‘Roar’ en ‘Calamity Jane’, waarvan Calamity Jane ook voorgepubliceerd werd in maandblad Tina en volgend jaar een vervolg krijgt. Voor het Belgische stripblad Maxix werkt hij momenteel aan zijn nieuwste strip ‘Jules Vernes -Grootse avonturen van een kleine schrijver’, die begin volgend jaar verschijnt.
Van al dit werk zullen er een aantal originele werken tentoongesteld worden.
interview
Kun je iets vertellen over hoe je liefde voor tekenen ooit is begonnen?
Ik denk dat ik genetisch door beide ouders ben aangestoken. Mijn moeder heeft de kunstacademie gedaan in Den Haag, zij schilderde veel in haar jonge jaren en mijn vader tekende prachtige schepen en vliegtuigen toen hij jong was. Waarschijnlijk heb ik de voorliefde om te willen tekenen van hun geërfd.
Het begon al toen ik heel jong was. Vanaf de kleuterklas tekende ik veel omdat ik dat heel erg leuk vond, bijna compulsief en dan word je er vanzelf een beetje handig en bedreven in.
Het lezen en tekenen van strips ging vrijwel gelijk op. Dat was niet los van elkaar.
Ik had niet heel veel belangstelling voor school en dat leverde wel eens problemen op. Zo werden de karikaturen die ik maakte van bepaalde leraren niet altijd met gejuich ontvangen. Mijn interesses lagen duidelijk ergens anders en daarom heb ik het er op de middelbare school niet zo best vanaf gebracht.
Toen ik 16 was ben ik gestopt met school en op mijn 17de ben ik professioneel tekenaar geworden omdat ik eigenlijk niet anders kon.
Het is dus uit noodzaak geboren dat ik striptekenaar ben geworden.
Ik had mijn liefde voor het (strip)tekenen en een gezonde dosis discipline, deze twee eigenschappen hebben er uiteindelijk toe geleid dat ik een professionele striptekenaar ben geworden.
Ik doe dit werk nu al ruim 26 jaar. De eerste 13 jaar werkte ik vooral als reclame tekenaar, ook illustreerde ik schoolboeken en tekende wenskaarten voor o.a. Hallmark maar de laatste 13 jaar ben ik eigenlijk alleen nog maar 100% gericht op het maken van strips. Al het andere doe ik niet meer.
Hoe ziet een werkdag er doorgaans uit voor jou?
Striptekenen is geen kattenpis. Het is echt heel hard werken en lang niet altijd even leuk. Werkweken van 80 uur zijn me niet vreemd maar de laatste jaren ben ik het iets rustiger aan gaan doen. Je moet je voorstellen dat als je 20 jaar iedere dag voor 14 uur voorovergebogen aan een tekentafel zit, dat je nek en je rug na verloop van tijd wel eens gaan protesteren. Dus de laatste paar jaar begin ik de dag met minimaal een uur in de sportschool om die klachten de baas te kunnen zijn. Beetje powerliften en bodybuilding doen, daarna met een frisse kop aan het werk tot wel vaak in de late uurtjes hoor. Maar op die manier is het best vol te houden.
Kun je iets vetellen over de volgorde van het maken van een strip?
Allereerst wordt er een scenario aangeleverd. Ik schrijf mijn verhalen meestal niet zelf, maar werk met een aantal vaste scenaristen die de teksten en de plot schrijven. Soms wordt er na overleg tussen de tekenaar en de scenarist nog wat tekst aangepast. Dan wordt er een eerste ruwe lay-out pagina gemaakt. Dat doe je om het overzicht van de pagina en de leesbaarheid te bepalen. Dat gebeurt heel schematisch. Als deze lay-out naar tevredenheid is worden de uiteindelijke potloodtekeningen gemaakt en vervolgens geïnkt met een pennetje of penseel. Sommige tekenaars werken helemaal digitaal, maar ik ben nog van de oude stempel, dus potlood, inkt en papier blijven bij mij favoriet.
Als een pagina eenmaal geïnkt is, wordt de lettering toegepast. Dit gebeurt soms met de hand maar tegenwoordig vaker met de computer.
Wanneer de zwart-wit pagina voltooid is kan deze worden ingekleurd, dat gebeurt tegenwoordig vaak digitaal. Dan kan die naar de uitgever!
Welke stripfiguur is je favoriet?
Ik heb niet per se één favoriet stripfiguur maar wel favoriete striptekenaars. Ik denk dat niet alleen voor mij maar ook voor veel van mijn collega’s geldt dat André Franquin, van Guust Flater en Robbedoes, toch wel als dé absolute God mag worden beschouwd. Maar vergeet Albert Uderzo van Asterix en Morris van Lucky Luke natuurlijk niet. Allemaal striptekenaars die mij en vele van mijn collega’s hebben geïnspireerd door de jaren heen. Dat waren tekenaars met een ongekend groot talent. Maar van Nederlandse bodem zijn er ook heus een aantal striptekenaars die ik bijzonder hoog heb zitten waaronder natuurlijk Jan Kruis, maar ook Dick Matena (Kruimeltje, De Avonden, Tom Poes), Hans Kresse (Eric de Noorman). Wie ik in het bijzonder beschouw als een uitzonderlijk genie van Nederlandse bodem is Daan Jippes. Niet veel mensen zullen zijn naam kennen omdat hij -vrij anoniem- met name vanaf de jaren 70 als Disney-tekenaar heeft gewerkt, maar wel een behoorlijke stempel heeft gedrukt op het hele Disney spectrum en de (Nederlandse) stripwereld. Niet alleen in Nederland, maar ook in Amerika waar hij heeft meegewerkt aan tekenfilms als Alladin, Lion King, Mulan etc. is zijn werk erg gewaardeerd. Ik kan niet aan ze tippen hoor! 😉 Maar ze zijn allemaal een voorbeeld voor me en ze zijn nog dagelijks van groot belang voor mijn ontwikkeling en werk als striptekenaar.